Onze afdeling bouw telt dit schooljaar maar liefst dertien vrouwelijke leerlingen in haar rangen. Een unieke situatie die bewijst dat de bouwsector ook voor meisjes de ideale beroepskeuze kan zijn. Vierdejaars-leerlinge Hope Margodt (15) en Emmeline De Bruyne uit het 6de jaar TBHW laten zich niet afschrikken door de vooroordelen en vertellen waar hun passie voor deze sector vandaan komt.
Uit de cijfers van Bouwunie blijkt dat het aantal vrouwelijke werknemers in de bouwsector vorig jaar is gestegen. Van de 294 996 jobs in de bouw waren 10 procent ingevuld door vrouwen. 15 jaar geleden was dit ongeveer 4 procent. Een goeie mix brengt een andere dynamiek met zich mee. Vrouwelijke werfleiders kunnen volgens Bouwunie meer oog hebben voor detail. Er is de fysieke arbeid, maar je kan ook als calculator of werfleider aan de slag of je bezighouden met klantenrelaties. Er is daarnaast ook een opvallend sterke stijging bij de vrouwelijke zelfstandigen in deze bloeiende sector.
Afdeling in de lift
“Vijf jaar geleden telde onze afdeling met de getalenteerde Emmy Deryckere amper één meisje”, weet technisch adviseur Luc Maddens. Die ambitieuze VTI-leerlinge haalde na haar middelbaar een bachelor Bouwkunde en is tegenwoordig werfleidster. “Nu wordt ze trouwens nog steeds als uitgangbord voor heel wat promofoto’s van’ Mijn STEM-check’ en Constructiv gebruikt. Zij was altijd iemand die goed wist wat ze wilde en dat is eigenlijk typisch voor meisjes die deze richting kiezen. Toen ze bij ons arriveerde, veranderde de dynamiek van haar klas in positieve zin. Als je voor bouwwetenschappen kiest, kun je doorgroeien tot een master ingenieur. De meesten kiezen voor een bachelor Bouw. Daarmee kun je aan de slag als werf- of projectleider. Ook calculatie en voorbereiding, BIM-management, tekenbureaus of de sector van immobiliën en projectontwikkelaars behoren tot de mogelijkheden. Sommigen doen verder voor landmeter of architect. De mogelijkheden zijn eigenlijk heel ruim. Na Emmy begon onze afdeling terug gestaag te groeien. Puur het gevolg van mond-tot-mond reclame. Op die manier krijgen meisjes met een bouwmicrobe een duwtje in de rug om heel bewust te kiezen voor een plaatsje in een bouwbedrijf.”
Hope Margodt (4BBO)
Hope verkaste begin dit schooljaar van de richting ‘haar- en schoonheidszorgen’ naar onze bouwafdeling. Als carrièreswitch kan dit zeker tellen. “Zowel mijn opa, mijn peter als mijn vader zijn aan de slag in de bouwsector”, klinkt het enthousiast. “Mijn papa heeft een dak- en renovatiefirma. Daar steek ik al vaak een handje toe. De harde stiel schrikt mij zeker niet af. Mijn familie vindt het eigenlijk wel leuk dat ik als meisje die stap heb gezet. Ze steunen mij allemaal. Er bestaat een kans dat ik later in het bedrijf van mijn vader aan het werk ga, maar laat mij eerst de komende jaren slagen voor mijn stages.” Hope koos bewust voor het fysieke aspect van deze sector. “Ik wilde iets met mijn handen doen”, vertelt ze vol vuur. “Stilzitten op een bureau is gewoon niks voor mij. Ook de variatie trekt mij aan. Metsen, dakpannen leggen, panlatten bevestigen of plakken en pleisteren. Een favoriet onderdeel heb ik niet echt.” Het feit dat de bouwsector als een mannenbastion wordt gezien, schrikt deze spring-in-t-veld niet af. “Veel meisjes heb ik inderdaad nog niet opgemerkt. “Het is niet omdat de maatschappij dit als een jongensberoep zien, dat wij dit minder goed zouden kunnen. Als je iets graag doet, ga je veel enthousiaster aan het werk. Misschien neem ik binnen x-aantal jaar wel het bedrijf van mijn vader over.”
Emmeline De Bruyne (6TBHW)
Deze achttienjarige zit al sinds het eerste middelbaar op onze school. “Van de STEM-richting Industriële Wetenschappen ben ik in het vijfde jaar overgestapt naar Bouw-Hout-Wetenschappen. Deze richting ligt mij nog iets beter. Mijn moeder werkt in de binnenafwerking. Ze houdt zich bezig met deuren en vloeren. Het is wel de bedoeling dat ik na het zesde jaar verder studeer. Een concrete studierichting heb ik nog niet op het oog. Ik kijk in de richting van architectuur.” Het feit dat de bouw nog steeds als een mannenwereld wordt aanzien, vindt ze minder belangrijk. “Bij de firma waar mijn moeder werkt, zijn er twee werfleiders en die zijn allebei van het vrouwelijk geslacht dus… de bouw staat wel degelijk open voor vrouwelijke vibes.” Vooral het creatieve aspect vindt Emmeline boeiend. “Tekenen en ontwerpen is echt wel mijn ding. Ik droom ervan om later als architecte mijn eigen huis te ontwerpen.” Ook op de vraag waarom andere meisjes voor deze richting zouden moeten kiezen is het antwoord duidelijk: “Het is een creatieve richting waar je je eigen ding kwijt kunt. Ook het sociale aspect vind ik belangrijk. Je werkt met veel mensen samen aan hetzelfde project. Het is essentieel dat iedereen zijn of haar steentje bijdraagt.”