Kan je over de relativiteitstheorie of het onzekerheidsprincipe een gedicht schrijven? Zeker! Vraag maar aan dichter Marc Tritsmans, of aan onze zesdejaars STEM/Techniek-wetenschappen uit VISO. Samen zetten ze een jaar lang hun schouders onder een poëzieproject gesubsidieerd door Cultuurkuur (dynamoproject) dat de grenzen tussen alfa- en bètawetenschappen doorbreekt.
Een jaar lang nam Marc Tritsmans (laureaat Herman de Coninckprijs 2011) 6 STEM/TW op sleeptouw door zijn literair-wetenschappelijke universum en probeerde hij de ogen van de leerlingen te openen voor de schoonheid van de kosmos.
Tijdens de contactmomenten las de bekroonde dichter vurig voor uit eigen werk en ging hij met de leerlingen in gesprek over taal, wetenschap, de wereld en hun gevoelens. Dit telkens rond overkoepelende thema’s: het dichterschap, het sonnet, metamorfose en transformatie, begeestering en engagement, de wetenschap achter de poëzie, de poëzie achter de wetenschap… De leerlingen gingen vervolgens ook zelf aan de slag en konden Marc steeds contacteren voor schrijfadvies.
Pennenvruchten
De jonge dichters van 6 STEM/TW lieten zich nu eens inspireren door een element uit de tabel van Mendelejev, dan weer door een gedicht van Marc zelf. Ze bekeken fragmenten uit het docudrama Genius (over Albert Einstein) en gingen vervolgens gezwind op zoek naar metaforen in wetenschappelijke tijdschriften. Inspiratie, zo benadrukte Marc, kan je overal vinden.
Tijdens het poëzieproject werd ook het genre van de stiftgedichten verkend want – belangrijke les – “schrijven is schrappen”. Daarnaast werd ook typografische poëzie (à la Paul van Ostaijen) neergepend en neergetekend. Mijlpaalmomenten zoals de 50 dagen en de Parijsreis werden op die manier vereeuwigd in visuele/vrije verzen.
Dat William Shakespeare en Francesco Petrarca ongeëvenaarde taalingenieurs waren, beseften de leerlingen toen ze zelf probeerden hun gevoelens en inzichten in het keurslijf van het sonnet te wringen.
Tijdens de haikuworkshops ontdekten de leerlingen dan weer dat meesterschap zich ook toont in de kunst van de beperking: in amper 17 lettergrepen (5 – 7 – 5) wordt een wereld aan betekenis opgeroepen. In het kader van Gedichtendag werd vervolgens een heuse “Tree of Haiku” gecreëerd. De taalboom – met de haiku’s als bloesems – kan nog steeds bewonderd worden in de wetenschapsgangen.
Bloemlezing
De dichtbundel “Woorden die samenscholen op de speelplaats van de taal” wordt straks de kers op de taart van dit project, maar de echte leerwinst zit natuurlijk in de vernieuwde blik op het leven. Zoals Herman de Coninck ooit zei tegen zijn leerlingen: je moet dit niet kennen voor het examen, neen, maar voor het leven.
Een poëzieproject in een wetenschapsklas. Ik moet eerlijk zeggen: we twijfelden. Poëzie, dat rijmt toch niet op wetenschap en jeugd? We hadden ons misrekend. Marc Tritsmans kwam uitleg geven over stijlfiguren en rijmschema’s, over de wetenschap, de taal en de wereld, over verwondering en verbazing. Hij liet ons inzien dat wetenschappelijke formules eigenlijk pure poëzie zijn: ze zijn in staat om zeer compact en helder een fysisch verschijnsel te beschrijven. Ook leerde hij ons dat er vele ‘mallen’ zijn om de schoonheid en het mysterie van deze wereld talig vorm te geven: sonnetten, haiku’s, vrije verzen, alexandrijnen... Dat alles en meer maakte Marc ons duidelijk tijdens verschillende ontmoetingen op maandagen. Hij reikte ons de sleutels aan om de deur van de dichtkunst te openen. Met die deur is het zoals met de doos van Pandora: eenmaal geopend is er geen weg terug. Met dit verschil: wij worden niet overspoeld met het kwaad en met ellende, maar met schoonheid en zoekende waarheid. Want dat is poëzie en dat is wetenschap: true beauty.
Deze website maakt gebruik van cookies. Klik "Alles accepteren" als je akkoord gaat de cookies te ontvangen. Je kan ook zelf kiezen welke cookies je precies wil, klik hiervoor op "Instellingen".
Lees ons cookiebeleid